Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [31]Hoge ogen, een [32]valse tong, en handen, die onschuldig bloed vergieten; 31. Dat is, hovaardij, waarvan de verheven en opvliegende ogen een teken zijn. Vergelijk Ps.101:5; hfdst.30 vs.13; Jes.5:15. Tegen deze zijn de nederigen van ogen; Job 22:29. 32. Hebreeuws, tong der valsheid; dat is die leugentaal spreekt; alzo Ps.109:2; onder hfdst.12 vs.19, en hfdst.21 vs.6.